Home

Besluit Huwelijksgoederenregister 1969

Geldig vanaf 1 september 2013
Geldig vanaf 1 september 2013

Besluit Huwelijksgoederenregister 1969

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-09-2013]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 24 september 1969, stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 373/669;

Gelet op artikel 116, alsmede de artikelen 86, 90, 104, 105, 106, 110, 112, 178, 189 en 196 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 1969, nr. 41);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 21 november 1969, stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 490/669;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

1.

Wanneer een inschrijving wordt verlangd in het huwelijksgoederenregister, moeten de volgende stukken aan de griffier worden overgelegd:

  1. ter inschrijving van bepalingen in huwelijkse voorwaarden of in voorwaarden van een geregistreerd partnerschap: een authentiek afschrift of uittreksel van de akte waarbij die bepalingen zijn vastgesteld;

  2. ter inschrijving van een rechterlijke uitspraak als bedoeld in de artikelen 86 en 91 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: een authentiek afschrift van de uitspraak;

  3. ter inschrijving van verzoeken tot echtscheiding, ontbinding van het geregistreerd partnerschap, scheiding van tafel en bed of opheffing van de gemeenschap als bedoeld in artikel 99, eerste lid, onder b, c en d, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: een afschrift van het verzoekschrift, gewaarmerkt en voorzien van de datum en het tijdstip van indiening door de griffier van de rechtbank waar het is ingediend;

  4. ter inschrijving van een overeenkomst als bedoeld in artikel 99, eerste lid, onder e, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: een verklaring als bedoeld in artikel 80c, eerste lid, onder c, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

  5. ter inschrijving van een rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 173 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: een authentiek afschrift van de uitspraak;

  6. ter inschrijving van een rechterlijke uitspraak, houdende vernietiging, ontbinding of wijziging van huwelijkse voorwaarden of voorwaarden van een geregistreerd partnerschap, dan wel een verklaring voor recht dat zodanige voorwaarden nietig zijn dan wel buitengerechtelijk zijn vernietigd of ontbonden, of een beslissing op een daartegen ingesteld rechtsmiddel: een authentiek afschrift van de uitspraak.

2.

Van een verklaring houdende afstand van een huwelijksgemeenschap of een gemeenschap van een geregistreerd partnerschap” [ Tekstcorrectie: “partnerschap”” moet zijn “partnerschap,” ] bedoeld in de artikelen 104 en 105 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, maakt de griffier een akte op, die degene die afstand doet in persoon of bij gevolmachtigde ondertekent.

3.

3. Van een verklaring van de echtgenoten dat de scheiding van tafel en bed heeft opgehouden te bestaan, als bedoeld in artikel 176 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, maakt de griffier een akte op, die de echtgenoten in persoon of bij gevolmachtigde ondertekenen.

4.

Indien de in de leden 2 en 3 genoemde gevolmachtigde niet advocaat of notaris is, moet een authentieke of onderhandse volmacht worden overgelegd. Een onderhandse volmacht wordt aan de akte gehecht.

Artikel 1a

Op verzoek van één of beide echtgenoten of (geregistreerde) partners wordt door de griffier in het register aangetekend dat het verzoek of de overeenkomst, bedoeld in artikel 99, derde lid, eerste zin, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, niet meer tot het daar bedoelde gevolg kan leiden. Het verzoek, voorzien van datum en tijdstip, is behalve door de echtgenoot of echtgenoten dan wel (geregistreerde) partner of partners ondertekend door een advocaat of notaris.

Artikel 2

Een verlenging overeenkomstig artikel 106 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van de termijn voor het doen van afstand wordt door de griffier ambtshalve in het register aangetekend.

Artikel 3

Artikel 3a

Artikel 4

Artikel 4a

Artikel 5

Artikel 6