Home

Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba

Geldig van 9 mei 2024 tot 1 juli 2024
Geldig van 9 mei 2024 tot 1 juli 2024

Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba

Besluit WBN-A2009/2

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 09-05-2024 tot 01-07-2024]

Algemeen

In de RWN wordt in sommige artikelen gesproken over ‘Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten’. In andere artikelen is dat vervangen door ‘Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba’. In beide gevallen wordt het Koninkrijk als geheel bedoeld. Dat geldt ook voor soortgelijke terminologie in deze Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

Artikel 1

1.

In deze Rijkswet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Justitie in zijn hoedanigheid van Minister van het Koninkrijk;

  2. meerderjarige: hij die de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt of voordien in het huwelijk is getreden;

  3. moeder: de vrouw tot wie het kind, anders dan door adoptie, in de eerste graad in opgaande lijn in familierechtelijke betrekking staat;

  4. vader: de man tot wie het kind, anders dan door adoptie, in de eerste graad in opgaande lijn in familierechtelijke betrekking staat;

  5. vreemdeling: hij die de Nederlandse nationaliteit niet bezit;

  6. staatloze:

    1. voor zover het betreft toepassing in het Europese deel van Nederland: een persoon die als staatloos kan worden beschouwd op grond van artikel 4 of 5 van de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid;

    2. voor zover het betreft toepassing in de landen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba: een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd;

  7. toelating: instemming door het bevoegd gezag met het bestendig verblijf van de vreemdeling in het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  8. hoofdverblijf: de plaats waar een persoon zijn feitelijke woonstede heeft.

2.

Behoudens voor de toepassing van artikel 15A, onder a, van deze rijkswet wordt mede verstaan onder:

  1. echtgenoot: de partner in een in Nederland geregistreerd partnerschap alsmede de partner in een buiten Nederland geregistreerd partnerschap dat op grond van de artikelen 61 en 62 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt erkend, en

  2. huwelijk: het in Nederland geregistreerd partnerschap alsmede buiten Nederland geregistreerd partnerschap dat op grond van de artikelen 61 en 62 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt erkend.

Verwijzingen

Landsverordening Toelating en Uitzetting (LTU): Artikelen 1, 3, 6, 7 en 7a

Landsverordening Toelating, Uitzetting en Verwijdering (LTUV): Artikelen 1, 3, 6, 7 en 7a1

Overgangsrecht

Geen

1-1-a. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a

1-1-b. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b

1-1-c. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder c

1-1-d. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder d

1-1-e. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder e

1-1-f. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder f

1-1-g. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder g

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Toelating

Paragraaf 2.1. Beëindiging tijdelijk beleid per 1 december 2018 ten aanzien van de niet-LTUV conforme verblijfstitels en daarbij behorend overgangsrecht

Paragraaf 3. Toelating voor onbepaalde tijd

Paragraaf 4. Toelating minderjarigen

Paragraaf 5. Onafgebroken periode(n) van toelating/‘verblijfsgat’

Paragraaf 5.1. Procedure afgifte bericht omtrent toelating

1-1-h. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder h

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Hoofdverblijf

1-2. Toelichting ad artikel 1, tweede lid

Artikel 2

2-1. Toelichting ad artikel 2, eerste lid

2-2. Toelichting ad artikel 2, tweede lid

2-3. Toelichting ad artikel 2, derde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Rechtshandelingen minderjarigen door tussenkomst van wettelijk vertegenwoordiger

Paragraaf 3. Wettelijk vertegenwoordiger

2-4. Toelichting ad artikel 2, vierde lid

2-5. Toelichting ad artikel 2, vijfde lid

Artikel 3

3-alg. Toelichting algemeen

3-1. Toelichting ad artikel 3, eerste lid

3-2. Toelichting ad artikel 3, tweede lid

3-3. Toelichting ad artikel 3, derde lid

Artikel 4

4-alg. Toelichting algemeen

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Kind geboren vóór 1 januari 1985, Nederlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003

Paragraaf 3. Kind geboren op of ná vóór 1 januari 1985, Nederlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003

Paragraaf 4. Kind, verblijvend in Aruba, geboren op of na vóór 1 januari 1985, buitenlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003

Paragraaf 5. Uitzondering: de vader is geen Nederlander (kind geboren op of na vóór 1 januari 1985, vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003)

4-1. Toelichting ad artikel 4, eerste lid

4-2. Toelichting ad artikel 4, tweede lid

4-3. Toelichting ad artikel 4, derde lid

4-4. Toelichting ad artikel 4, vierde lid

4-5. Toelichting ad artikel 4, vijfde lid

4-6. Toelichting ad artikel 4, zesde lid

Artikel 5

5-alg. Toelichting algemeen

Artikel 5a

5a-alg. Toelichting algemeen

5a-1. Toelichting ad artikel 5a, eerste lid (sterke adoptie)

Artikel 5b

5b-alg. Toelichting algemeen

5b-1. Toelichting ad artikel 5b

5b-2. Toelichting ad artikel 5b, tweede lid

Bijlage bij artikel 5b HRWN-A

Artikel 5c

5c-alg. Toelichting algemeen

Artikel 6

6-alg. Toelichting algemeen

6-1-a. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a

6-1-b. Toelichting Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b

6-1-c. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder c

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Erkenning en wettiging van minderjarigen vóór 1 april 2003

Paragraaf 3. Vereiste van opvoeding en verzorging door de Nederlandse man

Paragraaf 3.1. Bewijslast opvoeding en verzorging
Paragraaf 3.2. Bewijsmiddelen

Paragraaf 4. Erkenning en wettiging vanaf 1 maart 2009

Paragraaf 5. Naamskeuze voor/door de optant

Paragraaf 6. Overgangsrecht

6-1-d. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder d

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Gezamenlijk gezag op grond van artikel 1:253t BW16

Paragraaf 2.1. Gezamenlijk gezag bij geboorte op grond van artikelen 1.253aa en 1:253sa BW17

6-1-e. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e

6-1-f. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder f

Paragraaf 1. Algemeen

2. Oud-Nederlander of oud-Nederlands onderdaan-niet-Nederlander

Paragraaf 3. Overgangsregeling

6-1-g. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder g

6-1-h. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder h

6-1-i. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder i

1. Algemeen

1.1. Geboorte vóór 1 januari 1985
1.2. Bezit Nederlandse nationaliteit moeder ten tijde van geboorte van kind
1.2.1. Gevolgen van het huwelijk voor de nationaliteit van de vrouw
Paragraaf 1.2.1.1. Gehuwde vrouw: huwelijk in periode tot 1 maart 1964
1.2.1.2. Gehuwde vrouw: huwelijk in periode na 1 maart 1964
1.2.2. Geboorte uit een ongehuwde vrouw met de Nederlandse nationaliteit
1.3. De vader is niet-Nederlander ten tijde van geboorte van kind
1.4. Voorbeelden: welke situaties vallen onder de optiemogelijkheid
1.5. Niet eerder de Nederlandse nationaliteit verkregen door optie
1.6. Vereiste documenten

2. De Wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap van 12 december 1892

2.1. Verkrijging van de Nederlandse nationaliteit onder de WNI 1892
2.2. Andere verliesgronden dan verbonden aan het sluiten van een huwelijk met een niet-Nederlander onder de WNI 1892

6-1-j. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder j

1. Algemeen

1.1. Verkrijging Nederlanderschap door adoptie onder de WNI
1.2. Verkrijging Nederlanderschap door adoptie onder de WNI
1.3. Bezit Nederlandse nationaliteit adoptiefmoeder ten tijde van onherroepelijk uitspraak
1.4. Niet eerder de Nederlandse nationaliteit verkregen door optie
1.5. Vereiste documenten

6-1-k. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder k

1. Algemeen

1.1. Afstamming door geboorte
1.2. Afstamming door geboorte
1.3. Vereiste documenten

6-1-l. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder l

1. Algemeen

1.1. Afstamming door erkenning als minderjarige van zes jaar of ouder
1.2. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
1.3. Vereiste documenten

6-1-m. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder m

1. Algemeen

1.1. Afstamming door erkenning als minderjarige van zeven jaar of ouder
1.2. Bewijs biologisch vaderschap erkenner
1.3. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
1.4. Vereiste documenten

6-1-n. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder n

1. Algemeen

1.1. Afstamming door gerechtelijke vaststelling vaderschap
1.2. Eerste verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
1.3. Vereiste documenten

6-1-o. Ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder o

1. Algemeen

1.1. Afstamming door adoptie binnen het Koninkrijk van een minderjarige
1.2. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
1.3. Vereiste documenten

6-1-p. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder p

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Toets aan unierechtelijk evenredigheidsbeginsel na van rechtswege verlies van het Unieburgerschap

2.1. Rechten Unieburgerschap
2.2. Personele en territoriale werkingssfeer
2.3. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.4. Mee te wegen rechten en factoren
2.4.1. Beroep op schending van het familie- of gezinsleven en het belang van het kind
2.5. Wettelijke doelstelling: enkelvoudige nationaliteit

Paragraaf 3. Exclusieve procedure voor toetsing aan het evenredigheidsbeginsel

3.1. Exclusieve procedure
3.2. Bewijslast
3.2.1. Soorten bewijsmiddelen
3.3. Benodigde informatie van de bevoegde instantie ten behoeve van de evenredigheidstoets
3.4. Bezwaar: bij nova eventueel nieuw advies IND

6-1-q. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder q

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Stabiel hoofdverblijf
Paragraaf 1.2. Staatloosheid
Paragraaf 1.3. Het in redelijkheid niet kunnen verkrijgen van andere nationaliteit

Paragraaf 2. Peilmoment stabiel hoofdverblijf

Paragraaf 3. Bewijslast

Paragraaf 4. Bezwaar: bij nova eventueel vragen om nieuw advies

6-2. Toelichting ad artikel 6, tweede lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Optanten die de bereidverklaring en de verklaring van verbondenheid moeten afleggen

Paragraaf 3. Ondertekenen bereidverklaring (model 1.36)

Paragraaf 4. Afleggen verklaring van verbondenheid (zie tevens paragraaf 2.12.3 Afleggen verklaring van verbondenheid in de toelichting bij artikel 6, derde lid, RWN )

Paragraaf 5. Niet uitreiken bij niet verschijnen of weigering afleggen verklaring van verbondenheid ( artikel 60a, derde lid, BVVN en paragraaf 2.12.3 Afleggen verklaring van verbondenheid)

6-3. Toelichting ad artikel 6, derde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Procedure

Paragraaf 2.1. Informatieverstrekking
Paragraaf 2.2. Afleggen van de optieverklaring
Paragraaf 2.2.1. Vormvereisten: afleggen in persoon
Paragraaf 2.2.1.1. Meerderjarige optant
Paragraaf 2.2.1.2. Minderjarige optant
Paragraaf 2.2.1.3. Kinderen van de optant
Paragraaf 2.2.1.4. Wettelijk vertegenwoordiger/andere ouder
Paragraaf 2.2.1.5. Gemachtigde
Paragraaf 2.2.2. Uitsluitend schriftelijk optieverklaring afleggen
Paragraaf 2.2.3. Te verstrekken gegevens
Paragraaf 2.2.4. Af te leggen verklaringen
Paragraaf 2.2.4.1. Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (model 1.36)
Paragraaf 2.2.4.2. Waarheidsverklaring
2.2.4.3. Verklaring verblijf en gedrag
Paragraaf 2.2.4.4. Bereidheidsverklaring afstand
Paragraaf 2.2.5. (overige) over te leggen documenten
Paragraaf 2.2.5.1. Algemeen
Paragraaf 2.2.5.2. Buitenlands reisdocument
Paragraaf 2.2.5.3. Bewijsnood geldig buitenlands reisdocument (paspoort)) 42
Paragraaf 2.2.5.4. Buitenlandse akten van de burgerlijke stand
Paragraaf 2.2.5.5. In het verleden overgelegde buitenlandse akten
Paragraaf 2.2.5.6. Verkrijging, vertaling en legalisatie van buitenlandse documenten
Paragraaf 2.2.5.7. Bewijsnood (gelegaliseerde/van apostille voorziene) buitenlandse documenten
Paragraaf 2.3. Inontvangstneming optieverklaring
Paragraaf 2.3.1. Bevoegdheid Gouverneur
Paragraaf 2.3.2. Ontvangstbevestiging
Paragraaf 2.3.3. Beoordeling verschuldigdheid optiegelden
Paragraaf 2.3.4. Beoordeling volledigheid optieverklaring/inverzuimstelling
Paragraaf 2.4. Voorbereiding van de beslissing
Paragraaf 2.4.1. Toetsing juistheid verstrekte gegevens
Paragraaf 2.4.2. Beoordeling of aan de (overige) voorwaarden wordt voldaan
Paragraaf 2.4.2.1. Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (bij optieverklaringen afgelegd op of ná 1 maart 2009)
Paragraaf 2.4.2.2. Verblijfsrechtelijke status optant
Paragraaf 2.4.2.3. Geen gevaar voor de openbare orde, etc.
Paragraaf 2.4.2.4. Naamsvaststelling en naamskeuze bij optie
Paragraaf 2.4.2.5. Onderzoek naar zienswijze kind/wettelijk vertegenwoordiger/(andere) ouder
Paragraaf 2.4.2.6. Adviesprocedure bij optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, aanhef en onder p, RWN
Paragraaf 2.5. Bevestiging
Paragraaf 2.6. Administratieve verwerking van de bevestiging
Paragraaf 2.6.1. Administratieve handeling na de afstandsprocedure (zie artikel 30c BVVN )
Paragraaf 2.7. Archivering
Paragraaf 2.8. Weigering bevestiging
Paragraaf 2.8.1. Weigering bevestiging verklaring van de optant
Paragraaf 2.8.2. Bevestiging ten aanzien van de ouder/weigering bevestiging medeverkrijging
Paragraaf 2.9. Bezwaar
Paragraaf 2.9.1. De Gouverneur beslist
Paragraaf 2.9.2. Afhandeling van de beslissing
Paragraaf 2.9.2.1. Bezwaarschrift gegrond
Paragraaf 2.9.2.2. Bezwaarschrift tegen weigering medeverkrijging Nederlanderschap door kind gegrond
Paragraaf 2.9.2.3. Bezwaarschrift niet-ontvankelijk of ongegrond
Paragraaf 2.10. (hoger) beroep
Paragraaf 2.11. Verhuizing van de optant tijdens de procedure
Paragraaf 2.12. Naturalisatieceremonie
Paragraaf 2.12.1. De oproeping
Paragraaf 2.12.2. De uitreiking/naturalisatieceremonie
Paragraaf 2.12.3. Afleggen verklaring van verbondenheid
Paragraaf 2.12.4. Zwaarwegende redenen en niet (mondeling) afleggen verklaring van verbondenheid
Paragraaf 2.12.4.1. Zwaarwegende redenen om niet op een naturalisatieceremonie te verschijnen
Paragraaf 2.12.4.2. Mondeling afleggen verklaring van verbondenheid en uitzonderingen
Paragraaf 2.12.5. Procedurele aspecten na uitreiking

6-4. Toelichting ad artikel 6, vierde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2.1. Weigering optiebevestiging wegens strafrechtelijk(e) delict(en)

Paragraaf 2.2. Weigering van de optiebevestiging wegens meervoudige huwelijken

Bijlage

6-5. Toelichting ad artikel 6, vijfde lid

6-6. Toelichting ad artikel 6, zesde lid

6-7. Toelichting ad artikel 6, zevende lid

6-8. Toelichting ad artikel 6, achtste lid

6-9. Toelichting ad artikel 6, negende lid

Artikel 6a

6a-1. Toelichting ad artikel 6a, eerste lid

6a-2-a. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder a

6a-2-b. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder b

6a-2-c. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder c

6a-2-d. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder d

6a-3. Toelichting ad artikel 6a, derde lid

6a-4. Toelichting ad artikel 6a, vierde lid

6a-5. Toelichting ad artikel 6a, vijfde lid

6a-6. Toelichting ad artikel 6a, zesde lid

Artikel 7

7-alg. Toelichting algemeen

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Nadere regelgeving in het BVVN

Paragraaf 3. Procedure naturalisatie

Paragraaf 3.1. Voorlichtingsfase
Paragraaf 3.2. Indiening verzoek om naturalisatie
Paragraaf 3.2.1. Meerderjarige verzoeker
Paragraaf 3.2.2. Zelfstandig verzoek van minderjarigen (artikelen 10 en 11, vierde lid, RWN)
Paragraaf 3.2.3. Medeverlening (artikel 11, eerste lid, RWN)
Paragraaf 3.2.4. Wettelijk vertegenwoordiger/(andere) ouder
Paragraaf 3.2.5. Gemachtigde
Paragraaf 3.2.6. Uitsluitend schriftelijk verzoek
Paragraaf 3.3. Te verstrekken gegevens
Paragraaf 3.4. Af te leggen verklaringen
Paragraaf 3.4.1. Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid ( model 2.30 )
Paragraaf 3.4.2. Waarheidsverklaring
Paragraaf 3.4.3. Verklaring verblijf en gedrag
Paragraaf 3.4.4. Bereidheidsverklaring afstand
Paragraaf 3.5. Over te leggen documenten
Paragraaf 3.5.1. Algemeen
Paragraaf 3.5.2. Buitenlands Reisdocument
Paragraaf 3.5.3. Bewijsnood geldig buitenlands reisdocument (paspoort)) 75
Paragraaf 3.5.4. Buitenlandse akten van de burgerlijke stand
Paragraaf 3.5.5. In het verleden overgelegde buitenlandse akten
Paragraaf 3.5.6. Verkrijging, vertaling en legalisatie van buitenlandse documenten
Paragraaf 3.5.7. Bewijsnood gelegaliseerde buitenlandse documenten
Paragraaf 3.6. Inontvangstneming verzoek
Paragraaf 3.6.1. Bevoegdheid Gouverneur
Paragraaf 3.7. Beoordeling volledigheid van het verzoek
Paragraaf 3.7.1. Beoordeling bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (bij verzoeken om naturalisatie ingediend op of ná 1 maart 2009)
Paragraaf 3.7.2. Beoordeling verschuldigdheid naturalisatiegelden
Paragraaf 3.7.3. Beoordeling verplichting afleggen naturalisatietoets
Paragraaf 3.7.4. Buitenbehandelingstelling
Paragraaf 3.8. Voorbereiding advies
Paragraaf 3.8.1. Onderzoek juistheid verstrekte persoonsgegevens
Paragraaf 3.8.2. Toetsing voorwaarden (mede)naturalisatie/naamsvaststelling en naamswijziging
Paragraaf 3.8.3. Verhuizing tijdens de adviesfase
Paragraaf 3.9. Uitbrengen advies
Paragraaf 3.10. Beslissing op het verzoek
Paragraaf 3.11. Bezwaar
Paragraaf 3.12. (hoger) beroep
Paragraaf 3.13. Naturalisatieceremonie
Paragraaf 3.13.1. De oproeping
Paragraaf 3.13.2. De uitreiking/naturalisatieceremonie
Paragraaf 3.13.3. Afleggen verklaring van verbondenheid
Paragraaf 3.13.4. Zwaarwegende redenen en niet (mondeling) afleggen verklaring van verbondenheid
Paragraaf 3.13.4.1. Zwaarwegende redenen om niet op een naturalisatieceremonie te verschijnen
Paragraaf 3.13.4.2. Mondeling afleggen verklaring van verbondenheid en uitzonderingen
Paragraaf 3.13.5. Procedurele aspecten na uitreiking

Bijlage 1. : tabel oproepen en uitreiken

Artikel 8

8-alg. Toelichting algemeen

8-1-a. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a

8-1-b. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Toelating op grond van de LTU

Paragraaf 2.1. Van rechtswege toelating tot verblijf:
Paragraaf 2.2. Toelating tot verblijf bij vergunning verleend
Paragraaf 2.3. Onderscheid van verblijfsrecht naar tijdelijke en niet-tijdelijke aard

Paragraaf 3. (Geen) bedenkingen tegen verblijf voor onbepaalde tijd

Paragraaf 3.1. Een verklaring van toelating van rechtswege (zie paragraaf 2.1 ) en wel of geen bedenkingen
Paragraaf 3.2. De vergunning tot tijdelijk verblijf (vttv)
Paragraaf 3.3. De vergunning tot verblijf

Paragraaf 4. Beoordelingsmoment

Paragraaf 5. Reden tot intrekking/niet-verlenging/einde van de vergunning tot (tijdelijk) verblijf

8-1-c. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c

8-1-d. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d

paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Procedure

Paragraaf 2.1.1. De voorlichtingsfase
paragraaf 2.1.2. Aanvraagfase
paragraaf 2.2. Volledige vrijstelling van de naturalisatietoets
paragraaf 2.2.1. Gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets
paragraaf 2.2.2. Gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets als gevolg van de invoering van de tweetalige naturalisatietoets per 1 januari 2011
paragraaf 2.2.3. Het certificaat bij gedeeltelijke vrijstelling
paragraaf 2.3. Ontheffing van de naturalisatietoets
paragraaf 2.3.1. Beleid en procedure bij beroep op ontheffing van de naturalisatietoets wegens een belemmering
paragraaf 2.3.2. Beleid en procedure bij beroep op het ondanks geleverde inspanning redelijkerwijs niet in staat kunnen worden geacht het examen te halen
2.3.2.1. Beleidskader doelgroep en voorwaarden regeling
2.3.2.2. Te volgen procedure bij de Gouverneur
2.3.2.3. Rol van en procedure bij Examenbureau Aruba

paragraaf 3. Opneming in de Arubaanse samenleving

Paragraaf 3.1. Polygamie
Paragraaf 3.2. Beoordeling buitenlandse verstotingsakten
Paragraaf 3.3. Weigering tot opneming in de Arubaanse samenleving

Bijlage

8-1-e. Toelichting ad artikel 8, eerste lid en onder e

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Verzoekers die de bereidverklaring en de verklaring van verbondenheid moeten afleggen (zie tevens de toelichting bij artikel 7 RWN onder paragraaf 3.4.1 Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid)

Paragraaf 3. Ondertekenen bereidverklaring (model 2.30) (zie tevens de toelichting bij artikel 7 RWN onder paragraaf 3.4.1 Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid)

Paragraaf 4. Afleggen verklaring van verbondenheid (zie tevens de toelichting bij artikel 7 RWN onder paragraaf 3.13.3 Afleggen verklaring van verbondenheid)

Paragraaf 5. Niet uitreiken bij niet verschijnen of weigering afleggen verklaring van verbondenheid (zie tevens artikel 60b, derde lid, BVVN en de toelichting bij artikel 7 RWN onder paragraaf 3.13.3 Afleggen verklaring van verbondenheid)

8-2. Toelichting ad artikel 8, tweede lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Oud-Nederlanders en voormalig Nederlands onderdanen-niet-Nederlander
Paragraaf 1.2. Drie jaar onafgebroken huwelijk (geregistreerd partnerschap) en samenwoning met een Nederlander

8-3. Toelichting ad artikel 8, derde lid

8-4. Toelichting ad artikel 8, vierde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Staatloosheid

8-5. Toelichting ad artikel 8, vijfde lid

8-6. Toelichting ad artikel 8, zesde lid

Artikel 9

9-alg. Toelichting algemeen

9-1-a. Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a

Paragraaf 1. Samenvatting openbare-ordebeleid

Paragraaf 2. Afwijzing als de verblijfstitel op grond van de LTUV kan worden ingetrokken

Paragraaf 3. Afwijzing als er serieuze verdenkingen bestaan dat de vreemdeling een misdrijf heeft gepleegd waarop nog een sanctie kan volgen

Paragraaf 4. Afwijzing als in de periode van vijf jaar direct voorafgaande aan het verzoek om naturalisatie of optieverklaring (of de beslissing daarop) een sanctie ter zake van een misdrijf is opgelegd of ten uitvoer gelegd

Paragraaf 4.1. Misdrijven
Paragraaf 4.2. Transacties
Paragraaf 4.3. Cumulatie van sancties
Paragraaf 4.4. Voeging
Paragraaf 4.5. Taakstraffen
Paragraaf 4.6. Buitenlandse feiten
Paragraaf 4.7. Jeugdigen
Paragraaf 4.8. Vijfjaartermijn
Paragraaf 4.9. Geheel of gedeeltelijk voorwaardelijke straffen
Paragraaf 4.10. Sepots en voorwaardelijke sepots
Paragraaf 4.11. Schadevergoeding
Paragraaf 4.12. Gratie

Paragraaf 5. Afwijking slechts mogelijk in geval van zeer bijzondere omstandigheden

Paragraaf 6. Afwijzing als ernstige vermoedens bestaan dat de vreemdeling een gevaar vormt voor de veiligheid van het Koninkrijk

Paragraaf 7. Procedure bij naturalisatie

Paragraaf 7.1. Verklaring verblijf en gedrag
Paragraaf 7.2. Gegevens van de Justitiële documentatiedienst
Paragraaf 7.3. Verzoek aan de IND
Paragraaf 7.4. [Vervallen per 29-11-2013]

9-1-b. Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Hoofdregel: afstand van de oorspronkelijke nationaliteit

Paragraaf 3. Uitzonderingscategorieën

Paragraaf 3.1. Verzoeker bezit de nationaliteit van een Staat, wier wetgeving bepaalt dat de verkrijging van de Nederlandse nationaliteit leidt tot het verlies van die nationaliteit. Verzoeker behoeft geen bereidheidsverklaring te ondertekenen
Paragraaf 3.2. Verzoeker bezit de nationaliteit van een Staat wier wetgeving of rechtspraktijk geen afstand van nationaliteit toestaat. Verzoeker behoeft geen bereidheidsverklaring te ondertekenen.
Paragraaf 3.3. Volgens de nationaliteitswetgeving van veel Staten geldt dat eerst dan afstand van de nationaliteit kan worden gedaan nadat een andere nationaliteit is verkregen (bijvoorbeeld ter voorkoming van staatloosheid)
Paragraaf 3.4. Verzoeker zal – naar hij aantoont – voor het doen van afstand een bedrag aan leges moeten betalen van zodanige hoogte dat hij daardoor een substantieel financieel nadeel zal lijden
Paragraaf 3.4.1. Minimum en maximum financieel nadeel
Paragraaf 3.4.2. Vaststelling van het inkomen en vermogen
Paragraaf 3.4.3. Niet-zelfstandigen (ofwel loontrekkenden)
Paragraaf 3.4.4. Zelfstandigen
Paragraaf 3.5. De verzoeker zal – naar hij aantoont – door het doen van afstand vermogensrechtelijke rechten die hij ten tijde van de indiening van het verzoek om naturalisatie in het land van oorsprong bezit verliezen, waardoor hij een substantieel financieel nadeel zal lijden
Paragraaf 3.5.1. Minimum en maximum financieel nadeel
Paragraaf 3.5.2. Vaststelling van het vermogen/vermogensgrenzen
Paragraaf 3.5.3. Substantieel financieel nadeel (verhouding tussen overig vermogen en verlies van vermogensrechtelijke rechten)
Paragraaf 3.6. De verzoeker zal – naar hij aantoont – slechts dan afstand van zijn oorspronkelijke nationaliteit kunnen doen, nadat hij aldaar zijn militaire dienstplicht heeft verricht of deze heeft afgekocht. Indien verzoeker om die reden de oorspronkelijke nationaliteit wenst te behouden, dient hij een verklaring te ondertekenen waaruit blijkt dat hij een beroep doet op deze uitzonderingscategorie en waaruit blijkt dat hij niet bereid is afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit
Paragraaf 3.7. Voor de verzoeker van wie niet kan worden verlangd dat hij zich wendt tot de autoriteiten van het land waarvan hij de nationaliteit bezit, geldt de verplichting om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit niet
Paragraaf 3.8. De verzoeker heeft – naar hij stelt en aantoont – bijzondere en objectief waardeerbare redenen om geen afstand te doen van zijn oorspronkelijke nationaliteit
Paragraaf 3.9. Een verzoeker is onderdaan van een Staat, welke niet door Nederland wordt erkend

Paragraaf 4. Bewijsstukken

Paragraaf 5. Procedure afstandsverplichting bij artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, RWN

Paragraaf 5.1. De verzoeker valt onder uitzonderingscategorie 3.1, 3.2 of 3.9
Paragraaf 5.2. De verzoeker valt niet onder uitzonderingscategorie 3.1, 3.2 of 3.9 en is niet bereid afstand te doen en doet een beroep op een van de uitzonderingen 3.4 tot en met 3.8
Paragraaf 5.3. De verzoeker is wél bereid afstand te doen

Bijlage 1. Overzicht afstandsbepalingen in de nationaliteitswetgevingen van de staten der Verenigde Naties

9-1-c. Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder c

9-2. Toelichting ad artikel 9, tweede lid

9-3. Toelichting ad artikel 9, derde lid

Paragraaf 1. Algemeen

9-3-a. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder a

9-3-b. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder b

9-3-c. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder c

9-3-d. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder d

9-3-e. [Vervallen per 16-02-2011]

9-4. Toelichting ad artikel 9, vierde lid

9-5. Toelichting ad artikel 9, vijfde lid

Artikel 10

10-alg. Toelichting algemeen

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Voorbeelden van bijzondere gevallen

Paragraaf 2.1. Koninkrijks c.q. Arubaans belang (staatsbelang, economisch en cultureel)
Paragraaf 2.2. Humanitaire redenen
Paragraaf 2.3. Ambtelijk verzuim
Paragraaf 2.4. Niet bijzondere gevallen

Paragraaf 3. Topsporters

Paragraaf 3.1. Advisering
Paragraaf 3.2. Niveau van sportbeoefening
Paragraaf 3.3. Blokkeringtermijnen
Paragraaf 3.4. Advies van de Minister belast met Sport
Paragraaf 3.5. Beslissing

Artikel 11

11-alg. Toelichting algemeen

11-1. Toelichting ad artikel 11, eerste lid

11-2. Toelichting ad artikel 11, tweede lid

11-3. Toelichting ad artikel 11, derde lid

Paragraaf 1. Toelating en hoofdverblijf

Paragraaf 2. Verklaring van verbondenheid

Paragraaf 3. Openbare orde

Paragraaf 4. Instemmingsvereiste

Paragraaf 5. Samenvatting

11-4. Toelichting ad artikel 11, vierde lid

Paragraaf 1. Wettelijke vertegenwoordiging

Paragraaf 2. Toelating en hoofdverblijf

Paragraaf 3. Kind geboren tijdens optie- of naturalisatieprocedure ouder(s)

Paragraaf 4. Instemmingsvereiste

Paragraaf 5. Verklaring van verbondenheid

Paragraaf 6. Openbare orde

Paragraaf 7. Samenvatting

11-5. Toelichting ad artikel 11, vijfde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Toelating en hoofdverblijf

Paragraaf 3. Samenvatting

11-6. Toelichting ad artikel 11, zesde lid

11-7. Toelichting ad artikel 11, zevende lid

11-8. Toelichting ad artikel 11, achtste lid

Artikel 12

12-alg. Toelichting algemeen

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Geslachtsnaam gehuwde vrouwen
Paragraaf 1.2. Geslachtsnaam minderjarige kinderen
Paragraaf 1.3. Nederlandse kinderen delen niet in naamsvaststelling of naamswijziging
Paragraaf 1.4. Correctie van kennelijke misslagen in het koninklijk besluit
Paragraaf 1.5. Weigering de geslachtsnaam te laten vaststellen

12-1. Toelichting ad artikel 12, eerste lid

Paragraaf 1. Namenreeks of naamsketen

Paragraaf 2. De naam slechts bestaat uit één bestanddeel (zogenaamde roepnaam)

Paragraaf 3. De namen worden op uiteenlopende wijze gespeld in documenten van gelijke rangorde

12-2. Toelichting ad artikel 12, tweede lid

Artikel 13

13-1. Toelichting ad artikel 13, eerste lid

Paragraaf 1. Optiegelden

Paragraaf 1.1. Tarieven
Paragraaf 1.2. Categoriale vrijstelling optiegelden
Paragraaf 1.3. Ontheffing van optiegelden
Paragraaf 1.4. In een enkel geval geen optiegelden verschuldigd

Paragraaf 2. Naturalisatiegelden

Paragraaf 2.1. Tarieven naturalisatiegelden
Paragraaf 2.2. Tarieven D en E
Paragraaf 2.3. Tarieven F en G
Paragraaf 2.4. Tarief H
Paragraaf 2.5. Categoriale vrijstelling van leges
Paragraaf 2.6. Ontheffing van naturalisatiegelden

Paragraaf 3. Betaling van de verschuldigde optie- en naturalisatiegelden

Paragraaf 4. Afdracht naturalisatiegelden

13-2. Toelichting ad artikel 13, tweede lid

Artikel 14

14-1. Toelichting ad artikel 14, eerste lid

Paragraaf 1. Intrekkingsmogelijkheid bij fraude beperkt tot 12 jaar na uitvaardigen Koninklijk Besluit

Paragraaf 2. Algemeen

Paragraaf 2.1. Gebruik van valse identiteit bij naturalisatie of optie
Paragraaf 2.1.1. Gebruik van valse identiteit bij naturalisatie of optie
Paragraaf 2.1.2. Bijzondere omstandigheden
Paragraaf 2.1.3. Naturalisatiebesluit van op of na 1 april 2003
Paragraaf 2.2. Intrekking Nederlanderschap wegens valse verklaringen, bedrog of verzwijging van relevante feiten
Paragraaf 2.3. Belangenafweging
Paragraaf 2.4. Gevolgen voor kinderen
2.5. Evenredigheidstoets verlies Unieburgerschap
2.5.1. Rechten Unieburgerschap
2.5.2. Bewijslast
2.5.3. Individueel belang
2.5.4. Algemeen belang
2.5.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.5.6. Weging belangen

Paragraaf 3. Administratieve handelingen voorafgaand aan het intrekkingbesluit

Paragraaf 4. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 4.1. Voornemenprocedure
Paragraaf 4.2. Besluit tot intrekking van het Nederlanderschap
Paragraaf 4.2.1. Besluit tot intrekking van het Nederlanderschap
Paragraaf 4.2.2. Vreemdelingrechtelijke gevolgen van intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 5. Administratieve handelingen na intrekking Nederlanderschap

Paragraaf 5.1. Verzending, uitreiking en publicatie van het intrekkingsbesluit
Paragraaf 5.2. Administratieve verwerking van het besluit tot intrekking door de ontvangende autoriteit
Paragraaf 5.3. Gevolgen van de intrekking voor de namen van betrokkene

14-2. Toelichting ad artikel 14, tweede lid

Paragraaf 1. Algemene wettelijke uitgangspunten

Paragraaf 1.1. Overgangsrecht
Paragraaf 1.2. Intrekking geen terugwerkende kracht

Paragraaf 2. Algemeen

Paragraaf 2.1. Misdrijven bedoeld in het tweede lid
Paragraaf 2.1.1. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder a
Paragraaf 2.1.2. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder b
Paragraaf 2.1.2.1. Artikel 83 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht
Paragraaf 2.1.2.2. Artikel 134a van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht
Paragraaf 2.1.2.3. Artikel 205 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht
Paragraaf 2.1.3. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder c
Paragraaf 2.1.4. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder d
Paragraaf 2.2. In mindere mate een belangenafweging in het kader van artikel 14, tweede lid RWN
Paragraaf 2.3. Het Nederlanderschap van het minderjarige kind van degene wiens Nederlanderschap wordt ingetrokken op grond van artikel 14, tweede lid RWN
2.4. Evenredigheidstoets Unieburgerschap
2.4.1. Rechten Unieburgerschap
2.4.2. Bewijslast
2.4.3. Individueel belang
2.4.4. Algemeen belang
2.4.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.4.6. Weging belangen

Paragraaf 3. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap en de afwikkeling

14-3. Toelichting ad artikel 14, derde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Intrekking wegens vreemde krijgsdienst

Paragraaf 2.1. Belangenafweging
Paragraaf 2.2. Evenredigheidstoets Unieburgerschap
2.2.1. Rechten Unieburgerschap
2.2.2. Bewijslast
2.2.3. Individueel belang
2.2.4. Algemeen belang
2.2.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.2.6. Weging belangen

14-4. Toelichting ad artikel 14, vierde lid

Paragraaf 1. Algemene wettelijke uitgangspunten

Paragraaf 2. Voorwaarden intrekking van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid

Paragraaf 2.1. Belangenafweging
Paragraaf 2.2. Evenredigheidstoets verlies Unieburgerschap
2.2.1. Rechten Unieburgerschap
2.2.2. Bewijslast
2.2.3. Individueel belang
2.2.4. Algemeen belang
2.2.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
2.2.6. Weging belangen

Paragraaf 3. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 3.1. Administratieve handelingen

14-5. Toelichting ad artikel 14, vijfde lid

14-6. Toelichting ad artikel 14, zesde lid

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Overgangsrecht artikel 14, zesde lid

14-7. Toelichting ad artikel 14, zevende lid

14-8. Toelichting ad artikel 14, achtste lid

14-9. Toelichting ad artikel 14, negende lid

14-10. Toelichting ad artikel 14, tiende lid

Artikel 15

15-alg. Toelichting Algemeen

15-1-a. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a

Paragraaf 1. Vrijwillige verkrijging

Paragraaf 1.1. Verlies Nederlanderschap wegens niet (tijdig) verwerpen van een (te) ontvangen vreemde nationaliteit
Paragraaf 1.2. Ondanks vrijwillige verkrijging andere nationaliteit geen verlies Nederlanderschap
Paragraaf 1.3. Een andere nationaliteit/statenopvolging

Paragraaf 2. Rijkswet inperking gevolgen Brexit (terugtreden Verenigd Koninkrijk uit de EU)

15-1-b. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Tot inontvangstneming bevoegde autoriteit

Paragraaf 3. Wijze van afleggen van de verklaring van afstand

Paragraaf 4. Delen van kinderen in de afstand

Paragraaf 5. Opmaken verklaring en ontvangstbevestiging

Paragraaf 6. Berichtgeving aan andere autoriteiten

Paragraaf 7. Verdere administratieve afhandeling

15-1-c. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 1.1. Stuiting van de verliestermijn
paragraaf 1.2. Verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap
paragraaf 1.3. Onderbreking van het hoofdverblijf langer dan een jaar

paragraaf 2. Overgangsrecht artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c

15-1-d. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder d

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 3. Evenredigheidstoets verlies Unieburgerschap

3.1. Rechten Unieburgerschap
3.2. Bewijslast
3.3. Individueel belang
3.4. Algemeen belang
3.5. Peilmoment unierechtelijke evenredigheidstoets
3.6. Weging belangen

Paragraaf 4. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 5. Gevolgen van de intrekking

Paragraaf 6. Verzending, uitreiking en publicatie van het intrekkingsbesluit

Paragraaf 7. Administratieve verwerking van het intrekkingsbesluit

Paragraaf 8. Feitelijk afstand van de oorspronkelijke nationaliteit voor datum intrekkingsbesluit

Paragraaf 9. Bezwaar tegen het intrekkingsbesluit

Paragraaf 10. Afstand tijdens bezwaarprocedure maar na intrekking van het Nederlanderschap

Paragraaf 11. Ontheffing van het doen van afstand van de oorspronkelijke nationaliteit na het koninklijk besluit

15-1-e. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder e

15-2. Toelichting ad artikel 15, tweede lid

15-3. Toelichting ad artikel 15, derde lid

15-4. Toelichting ad artikel 15, vierde lid

Artikel 15a

15a-alg. Toelichting algemeen

15a-a. Toelichting ad artikel 15a, aanhef en sub a (Verdrag van Straatsburg)

15a-b. Toelichting ad artikel 15A, aanhef en onder b (Toescheidingsovereenkomst Nederland/Suriname)

Artikel 16

16-alg. Toelichting algemeen

16-1-a. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder a

Paragraaf 1. Algemeen

16-1-b. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder b

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Afleggen verklaring van afstand

Paragraaf 2.1. Afstand Nederlanderschap door minderjarigen tot 12 jaar
Paragraaf 2.2. Afstand Nederlanderschap door minderjarigen tussen de 12 en 16 jaar
Paragraaf 2.2.1. Horen minderjarige 12 tot 16 jaar over bedenkingen tegen het verlies van het Nederlanderschap
Paragraaf 2.2.2. Horen ouder die geen wettelijk vertegenwoordiger is over bedenkingen tegen het verlies van het Nederlanderschap van de minderjarige tussen de 12 en 16 jaar
Paragraaf 2.2.3. Mogelijke situaties ná het horen
Paragraaf 2.3. Minderjarigen van 16 jaar en ouder

Paragraaf 3. Geen verlies Nederlanderschap

Paragraaf 4. Geen verlies Nederlanderschap omdat de procedure inzake bedenkingen tegen afstand nog niet is afgerond

16-1-c. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder c

Paragraaf 1. Algemeen

16-1-d. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder d

Paragraaf 1

16-1-e. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder e

Paragraaf 1. Algemeen

16-2. Toelichting ad artikel 16, tweede lid

Algemeen

16-2-a. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder a

16-2-b. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder b

16-2-c. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder c

16-2-d. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder d

16-2-e. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder e

16-2-f. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder f

16-2-g. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder g

Artikel 16a

16a-alg. Toelichting

Artikel 17

17-alg. Toelichting algemeen

Artikel 18

18-alg. Toelichting algemeen

Artikel 19

19-alg. Toelichting algemeen

Artikel 20

20-alg. Toelichting algemeen

Artikel 21

21-alg. Toelichting algemeen

Artikel 22

22-1. Toelichting ad artikel 22, eerste lid

22-2. Toelichting ad artikel 22, tweede lid

Artikel 22a

Artikel 22b

Artikel 22c

Artikel 23

23-1. Toelichting ad artikel 23, eerste lid

23-2. Toelichting ad artikel 23, tweede lid

23-3. Toelichting ad artikel 23, derde lid

Artikel 24

24-alg. Toelichting algemeen

Artikel 25

25-alg. Toelichting algemeen

Artikel 26

26-alg. Toelichting algemeen

26-1. Toelichting ad artikel 26, eerste lid

26-2. Toelichting ad artikel 26, tweede lid

26-3. Toelichting ad artikel 26, derde lid

Artikel 27

27-alg. Toelichting algemeen

27-1. Toelichting ad artikel 27, eerste lid

27-2. Toelichting ad artikel 27, tweede lid

Artikel 28

28-1. Toelichting ad artikel 28, eerste lid

28-2. Toelichting ad artikel 28, tweede lid

28-3. Toelichting ad artikel 28, derde lid

Artikel 29

29-alg. Toelichting algemeen

Artikel II

II RRWN-alg. Toelichting algemeen

Artikel III

14-2. Toelichting artikel 14, tweede lid, RWN

16-2. Toelichting artikel 16, tweede lid, onder a, b, c en d, RWN

Artikel IV

IV RRWN-alg. Toelichting algemeen

Artikel V

V RRWN-alg. Toelichting algemeen

V RRWN-1. Toelichting ad artikel V, eerste lid, RRWN

V RRWN-2. Toelichting ad artikel V, tweede lid, RRWN

Artikel VI. RRWN

VI RRWN-alg. Toelichting algemeen

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 3

Bijlage 4